Inhoud:
| Gerrit Berends Boschwaarder te HoogSoeren daagt Jan Cornelissen mede aldaar om betalinge van hondert silvere ducatons ter taxatie des Gerigts voor een schadepenninck ter oorsake Verweerder den Aanlegger heeft geinjurieert met te seggen, dat Aanlegger geen braaf keerel was, dat hij in sijne qualiteijt als Boschwaarder den eenen meer ontsag als den anderen, en dat voor degeene die hij niet zien wilde de oogen toedeed, en deese of dergelijke lastertaal in substantie. Vonnis: Het Gerigt verstaat dat er gedaan is een goede Aanspraak voor vier ducatons en daartegens een quade tegenwheer, de kosten deser procedure niettemin om redenen compenserende. |