- Inleiding
Geschiedenis van het archief | Nadat het Nederlandse grondgebied was ingelijfd bij het Franse rijk werden de Franse wetten, dus ook die betreffende het notariaat, hier per 1 maart 1811 geldig verklaard. Dit wilde nog niet zeggen dat er meteen een notarisstandplaats kwam. Het ambt van notaris werd in de zogenaamd Bataafs-Franse tijd (1795-1813) onder andere voor het departement van de Boven-IJssel (in hoofdzaak bestaande uit het gedeelte van de huidige provincie Gelderland dat boven de Waal is gelegen) ingevoerd bij decreet van keizer Napoleon van 2 februari 1811. Bij dit decreet werd tevens bepaald dat de griffiers van de vredegerechten de functie van notaris zouden waarnemen (zie J. Hofman (red.), ‘Archieven der gewestelijke besturen in de Bataafs-Franse tijd in Gelderland, 1795-1813, deel IV, pagina 1308 en 1309). Als gevolg van het feit dat griffiers van de vredesgerechten de functie van notaris zouden waarnemen, kan men in de archieven der vredegerechten (1811-1838) eveneens notarieel-achtige akten aantreffen (zie in de inventaris van die archieven het hoofdstuk Vrijwillige rechtspraak, aanwezig in het Gelders Archief). Zo is de persoon die in het notarisarchief als eerste notaris voorkomt in feite de griffier van het vredegerecht Apeldoorn, G. de Ruelles, 1811-1822. De eerste persoon die als notaris is aangesteld is P.B. van Lom. Zie de notaris standplaatsen aan het einde van deze inleiding.
De wettelijke taak van de notaris is het opmaken van authentieke akten van handelingen en feiten die personen in hun onderlinge verhouding aangaan. De authentieke akten hebben bijzondere rechtskracht; ze hebben volledige bewijskracht. De notaris bewaart het origineel van de akte, de minuutakte en geeft aan partijen op hun verzoek afschriften, grossen of uittreksels genaamd. De meest voorkomende aktes zijn testamenten (pas na honderd jaar openbaar en gesloten testamenten na 122 jaar), koop en verkoop, schenkingen, schuldbekentenissen, huwelijksvoorwaarden, boedelinventarissen, boedelscheidingen en publieke veilingen. De ingang op de akten zijn de repertoria: chronologische registers waarin de soort akte, naam en woonplaats van de betrokken partijen en sinds 1833 de kadastrale aanduiding wordt vermeld. Het wetboek van koophandel schreef verder nog voor een register bij te houden van door hem opgemaakte akten van wisselprotest. Een wisselprotest is de weigering van acceptatie of van betaling van een wisselbrief (een onvoorwaardelijke opdracht tot betaling van een bepaalde som). Dit protest werd door notarissen vastgelegd in een bijzonder register van wisselprotesten. Uit deze drie elementen bestaat het protocol van een notaris en alleen dit officiële onderdeel van het archief wordt overgebracht naar een archiefbewaarplaats en vormt daar het notarieel archief. De akten waarvan de notaris het origineel uitgeeft aan belangstellenden, heten brevetten. Deze worden dus niet bewaard door de notaris omdat brevetten alleen in origineel hun waarde hebben zoals akten van huwelijkstoestemming, volmachten, akten van in-leven-zijn, royementen en dergelijke. Men vindt ze dus (behoudens vermelding in het repertorium) niet terug in de notariële archieven, ook niet in afschrift.
Hulpmiddelen
Het voornaamste hulpmiddel bij onderzoek is het repertorium. Alle repertoria moeten dezelfde basisgegevens bevatten, ongeacht van welke notaris een repertorium afkomstig is: volgnummer en datum van de akte, soort van akte en namen van partijen. De repertoria zijn als regel chronologisch ingericht, dus in de volgorde van data waarop de akten zijn opgemaakt. Doordat meestal een alfabetische klapper op de namen van de partijen in het repertorium ontbreekt, moet men bij het zoeken naar akten van bepaalde personen het repertorium geheel doorbladeren. De akten zijn onderverdeeld in ‘minuut’ of ‘in originali’ (ook wel brevet genoemd). Deze laatste akte is door de notaris in origineel aan de belanghebbende uitgereikt; daarvan is geen ander exemplaar aanwezig bij de van hem afkomstige akten. Soms vindt men een dergelijke akte elders terug: een akte van huwelijkstoestemming die door een notaris aan ouders van bruid of bruidegom in origineel is uitgereikt, vindt men wel eens terug onder de bijlagen bij de huwelijksakten van degene die een schriftelijke toestemming voor zijn/haar huwelijk nodig had. Wat de akten aangaat waarvan wel de minuten onder de notariële bescheiden aanwezig horen te zijn: wie in het repertorium een akte ingeschreven vindt waarvan hij de minuut wil raadplegen, noteert nummer en datum van deze akte en naam van de notaris. Vervolgens zoekt men in de inventaris op in welk inventarisnummer van deze notaris de gewenste akte zich moet bevinden. Dat inventarisnummer vraagt men aan.
De inventaris heeft geen doorlopende nummering. De verklaring hiervoor is dat het Rijksarchief (later Gelders Archief) de notariële archieven niet in één keer van de verschillende arrondissementsrechtbanken heeft ontvangen maar op verschillende, zeer uiteenliggende tijdstippen tussen circa 1920 en 1985.
Notariële archieven in Gelderland
Het notariaat begint in Gelderland in 1811. Dat wil niet zeggen dat er voordien geen officiële akten zijn opgemaakt. Die zijn te vinden in de Oud Rechterlijke Archieven onder het hoofdstuk vrijwillige rechtspraak. Voor Apeldoorn is dat Oud Rechterlijk Archief Veluwe en Veluwezoom 1418-1812, aanwezig in het Gelders Archief. Vervolgens de rechterlijke archieven van de heerlijkheid het Loo 1694-1702 en 1748-1795. En zoals eerder gemeld de griffier van het Vredegerecht Apeldoorn 1811-1838, aanwezig in het Gelders Archief.
Standplaatsen in Apeldoorn
Standplaats 1: G. de Ruelles 1811-1812 april. Was eigenlijk griffier van het vredegerecht Apeldoorn (1811-1838) die de mede de functie van notaris uitoefende. In het register van protocollen van notarissen staat vermeld dat hij tot 1822 in functie was. P.B. van Lom 1812 okt. -1816 H. Brouwer 1816-1818. G.C. van Beusekom 1819-1821. J. Muller 1822-1866. W. Walter 1866-1918. Mr. H.T.Th. Walter 1918-1941 P.B. ter Laag 1941-1947 Mr. F. Kleijn 1947-1973 W. Zweers 1973-
Standplaats 2: R.P.M. Roelofs 1854-1863 R.J. Groll 1864-1897 W. Visscher Gorter 1897-1922 C. Knook 1922-1940 D.J. Wierenga 1940-1973 M. van Triest 1973-
Standplaats 3: R.A. van de Poll 1898-1905 J.H. van de Poll 1905-1915 P. de Maret Tak 1905-1907 Jhr. W. Bas Backer 1907-1930. Neemt van december 1930 tot april 1931 Mr. H.T.Th. Walter waar. J. van der Veen 1931-1932. Neemt van januari 1932 tot maart 1932 Mr. H.T.Th. Walter waar. J.G.A. Kuhlmann 1932-1961 Mr. K.J. Kraan 1961-1984 Mr. A.C.P. Perlot 1984-
Standplaats 4: E.J. Brouwer 1923-1951 P.A.J. Breedijk 1951-1976 N. de Graaff 1976
Standplaats Beekbergen J.D. Wolterbeek 1812-1814 J. Muller 1820-1822 H.M.A. van Voorthuijsen 1869-1881 W.M. Verkouteren 1881-1884 C.H. Wilbrenninck 1884-1886 Gaat in 1886 naar standplaats Voorst Jhr.K.W. Feith 1886-1923 Mr. C. Bakker 1923-1930 C.J. Loncq de Jong 1930-1943 A.L. Verhoeff 1943-1965 A.C. van den Abeelen 1965-1981 Mr. E.B. Blankhart 1981-
Standplaats Loenen Mr. A.C.W. Nies 1812-1820 R.A.J. baron van Ittersum 1835-1837. Gaat naar standplaats Brummen 1838-1859. Mr. F. de Man 1838-1841. Gaat naar standplaats Brummen 1833-1837 J.H.T.W. van den Ham 1860-1863 H.C. Termaat 1863-1866 H.M. van Voorthuijsen 1866-1869. Gaat hierna naar standplaats Beekbergen
|
|
|
| Verantwoording |
| Literatuur: F.L. Hartong; Register der protocollen van notarissen in Nederland 1550-1916. In Gelderse wetenschappelijke bibliotheek Het Rozet: J.E. Kasdorp; Protocollenregsiter, register van de protocollen der notarissen die in de periode 1916-1993 in Nederland in functie waren. A.Fl. Gehlen; Notariële akten uit de 17e en 18e eeuw. A. Pitlo;De 17e en 18e eeuwse notarisboeken en wat zij ons omtrent oude het oude notariaat leren. |
|
|