- Inleiding
Geschiedenis van het archief | Volgens de oudst aanwezige tekeningen in het archief start G.W. van den Beld in 1909 zijn architectenbureau. Op deze tekeningen noemt hij zichzelf overigens nog "bouwkundige". Daarvoor heeft hij volgens zijn kleindochter Anne-Margriet in dienst van de gemeente Apeldoorn onder de gemeentearchitect De Zeeuw gewerkt. In de jaren daarna (1910 tot en met 1912) worden de tekeningen ondertekend met "de architecten" en voorzien van twee handtekeningen. In de tweede handtekening is de naam van J.H. Wessels jr. te herkennen. Vanaf 1912 worden alle tekeningen van zijn hand als architect ondertekend met zijn kenmerkende handtekening. Even leek het alsof G.W. van den Beld al op zeer jeugdige leeftijd was begonnen.
In dit archief bevinden zich uit twee 1903 daterende tekeningen (inventarisnummer 33), verlevendigd met florale motieven, die niet zijn ondertekend of van ontwerpernaam zijn voorzien. Deze tekeningen zijn naar alle waarschijnlijkheid gebruikt bij het maken van plannen voor een verbouwing en behoren dus niet tot het oeuvre van Van den Beld. Uit de beginjaren resteren vooral de bouw en kleine verbouwingen van boerderijen en pakhuizen. In vrij korte tijd ontwikkelt hij zich tot een vooraanstaand architect die door vele opdrachtgevers werd gevraagd om een villa of woonhuis te ontwerpen op een perceel op het landgoed "de Pasch" in het huidige Oranjepark en het Prinsenpark. In dit oeuvre is de tijdgeest van diverse architectuurstromingen uit de beginjaren van de 20e eeuw te herkennen. Architectonisch bezit hij een wat behoudende stijl met aanvankelijk nog elementen uit de Neostijlen, overgaand in het Rationalisme. De opkomst van het expressieve gebruik van materialen en typografie en de latere Nieuwe Zakelijkheid zijn herkenbare invloeden in zijn werk.
Vanaf het midden van de jaren twintig verschijnen initialen van medewerkers op tekeningen en worden niet alle tekeningen nog door de architect zelf ondertekend. De ontwerpen nog wel maar de definitieve plannen niet meer. Bij enkele van de initialen is nog een naam te plaatsen. Circa tien jaar later komt C.M. B. van den Beld (zoon) bij zijn vader op kantoor werken. Deze samenwerking zal in de loop van de jaren veertig tot een gezamenlijke uitoefening van het architectenbureau leiden met de naam architectenbureau G.W. van den Beld en Zn. Als zodanig hebben zij ook nog geparticipeerd in een Veluwse afdeling van het landelijke Bureau Wederopbouw Boerderijen (B.W.B.). C.M.B. van den Beld bepaalt na de oorlog meer en meer de stijl van het architectenbureau. Ook hij volgt de gangbare architectuurstromingen. In zijn ontwerpen is zijn voorliefde voor het grote dakoverstek ook zichtbaar. In veel van zijn ontwerpen keert het vijfhoekige zolderraampje terug. Na het overlijden van zijn vader in 1960 zet hij het bureau nog circa 25 jaar voort (onder zijn eigen naam C.M.B. van den Beld) Het laatste aanwezige project dateert uit 1968. |
|
|
| Inhoud en Structuur |
| Bereik en inhoud | Het archief van de architecten G.W. van den Beld (vader, 1883-1960) en C.M.B. van den Beld (zoon, 1918-1992) omvat de periode 1909-1968 en is onder te verdelen in tekeningen, foto’s en overige zaken. De tekeningen waren op twee verschillende wijzen opgeborgen, namelijk opgerold in kokers en opgevouwen op ongeveer A4-formaat in een omslag van pakpapier. De foto’s zijn bewaard in twee albums of als losse exemplaren. Tot de overige zaken behoren een drietal boekjes en drie kaartsystemen, waarin de (project)namen op alfabet of op volgnummer van het dossier zijn geregistreerd en waar zij zijn opgeborgen (rol en/of pak).
Bij de vergelijking van geïnventariseerde tekeningen met de gealfabetiseerde lijsten blijkt dat het archief verre van compleet is. Bij diverse verhuizingen van het archief blijken overbodig geachte tekeningen c.q. complete projecten te zijn vernietigd, waardoor een hanteerbaar maar fragmentarisch archief over bleef.
Het uitrollen en uitvouwen van de tekeningen bleek een lastige kwestie. De calques zijn door de ouderdom bros geworden en kunnen bij het uitrollen of uitvouwen gemakkelijk inscheuren. Van het aanvankelijke idee om de opgerolde tekeningen uitgevlakt te bewaren werd al snel afgestapt.
De opgerolde tekeningen bevonden zich in kartonnen kokers met een vaste kartonnen dop en een metalen of kartonnen schroefdop. In de rollen zijn over het algemeen een aantal bij elkaar ingerolde projecten aangetroffen. De tekeningen dateren uit de periode vanaf 1909-1950 met een zwaartepunt op de eerste helft van die periode. Van de meeste projecten is echter maar één tekening, ontwerp of plan aanwezig. Van enkele grotere projecten als fabrieksgebouwen zijn meer tekeningen aanwezig van meerdere verbouwingen en divers gedateerd. De pakken daarentegen geven een vrij compleet beeld van één bouwproject vanaf het ontwerp tot aan de oplevering van het uitgevoerde project, inclusief de opgevraagde informatie en offertes van toeleveringsbedrijven en correspondentie. Dit systeem wordt vanaf de jaren dertig ingevoerd en verdringt het rollenarchief na WO II vrijwel volledig.
Behalve calques als tekeningdrager zijn er ook tekeningen op een plastic folie en lichtdrukken op calques aangetroffen. In de rollen bevinden zich enkele originele tekeningen op papier of afdrukken op dun papier met een textieltextuur. In het pakkenarchief bevinden zich naast vele blauwdrukken ook de modernere lichtdrukken.
Op de tekeningdragers is getekend met een zeer divers palet aan materialen. Behalve potloden en zwarte (teken)pen is ook gebruik gemaakt van kleurpotloden, krijt en zwarte viltstiften. Deze materialen zijn in diverse combinaties op tekeningen aangebracht. De combinatie van potlood met pen komt het meest voor bij verbouwingen. Door het consequente gebruikt van potlood voor de te handhaven elementen en (teken)pen voor de nieuw toegevoegde elementen is vrijwel direct te zien wat die verbouwing inhoudt, zonder een afwijkende arcering aan te brengen.
De in het archief aanwezige foto’s zijn los of zijn in twee albums gerangschikt. Deze foto’s die de architectuur van het bureau belichten zijn door beroepsfotografen gemaakt maar ook door de architect zelf. Van G.W. van den Beld is bekend dat hij ook zelf zijn foto’s kon ontwikkelen en afdrukken. Resultaten hiervan zijn in het fotoarchief aanwezig. Op de foto’s staan pas opgeleverde of nog in uitvoering zijnde projecten afgebeeld. Op de achterzijde van enkele foto’s is de projectnaam vermeld, van anderen kon de naam worden achterhaald. |
| Ordening | De tekeningen die betrekking hebben op gebouwde of ontworpen objecten (projecten) zijn gerangschikt op adres per plaats binnen de gemeente Apeldoorn. De objecten buiten gemeente Apeldoorn zijn gerangschikt op adres per gemeente in Nederland. In deze lijst zijn de namen van de in 2013 bestaande gemeenten opgenomen. De lijsten zijn op de voornoemde aspecten alfabetisch gerangschikt. Wel is de op de tekeningen vermelde adresnaam en eventueel huisnummer gehandhaafd. Een verdere opdeling in hoofdstukken is gemaakt om de scheiding tussen de rollen en de pakken in stand te houden. De laatste hoofdstukken zijn ingeruimd voor de foto’s en de overige bescheiden. Deze zijn verder niet alfabetisch geordend. In de bijlagen van deze inventaris zijn de foto’s apart beschreven. Ook is een lijst van foto’s met GA-nummering opgenomen die gemaakt is in het najaar van 2012 met een verwijzing naar de objectenlijst van dit archief. |
|
| Voorwaarden |
| Voorwaarden voor raadpleging | Het archief is openbaar. |
| Voorwaarden voor reproductie | De tekeningen kunnen worden ingezien en worden gekopieerd/gescand, mits de staat van het stuk dit toelaat. |
| Toegangen | Verklaring enkele gebruikte termen
- Calque(erpapier) of transparant: stevige doorschijnende papierachtige vellen als tekeningdrager. Géén overtrekpapier. Overtrekpapier, dat eenvoudig te scheuren is, wordt gebruikt om voorbereidende schetsen te maken. - Plastic folie: stevige doorschijnende vellen die niet kunnen scheuren. De moderne versie van dit folie werd gebruikt om maatvast te kunnen tekenen. Voor dit type tekeningdrager zijn aparte (teken)pennen beschikbaar die minder gauw slijten. Papier en calque zijn zachter en in principe niet maatvast, omdat zij onder invloed van temperatuur en vochtigheid onderhevig zijn aan uitzetting of krimp. - Raderen: met een (scheer)mesje in het vel getrokken inkt van lijnen weghalen. Het vel wordt op die plek beschadigd en dunner. Om opnieuw inktlijnen aan te kunnen brengen moet het beschadigde oppervlak opnieuw worden gegomd. - Lichtdrukken: afdruk van lichtdoorlatend origineel op papier, waarvan de tekening als min of meer zwarte lijnen op een lichte ondergrond staan afgedrukt. Hiervoor wordt een ontwikkelmachine gebruikt met een lichtbalk. Het af te drukken origineel wordt samen met een vel papier dat aan een zijde behandeld is met een gele laag langs de lichtbalk van een ontwikkelmachine geleid, waarbij de door het licht beschenen vlakken van de gele laag wit worden. De donkere lijnen blijven als restant over. De “gele” kopie wordt nu alleen door de vloeibare ontwikkelaar geleid, waardoor de gele resten naar zwart verkleuren. Het behandelde papier was ook als calque verkrijgbaar. Het origineel werd dan vaak in spiegelbeeld afgedrukt, waardoor het evenbeeld op de achterzijde van de kopie stond. Dit maakte het wijzigen een stuk eenvoudiger: op de onbeschadigde zijde van de calque kon getekend worden, terwijl de achterzijde geradeerd kon worden. - Blauwdrukken: afdruk van een calque op stevig papier, waarvan de tekening als witte lijnen zijn uitgespaard op een blauwe ondergrond. Vergelijkbaar proces als van lichtdrukken waardoor onder invloed van licht chemische middelen als een blauwe kleur neerslaan. De chemische middelen onder niet belichte delen (zwarte lijnen) kunnen worden na de belichting worden weg gespoeld waardoor witte delen (lijnen) achterblijven. |
|
|