| Inhoud:
| De Drost zendt een Wethe [gerechtelijke aanzegging] van pijndinge aen: "U Lambert Jurrienss Ritbroek, hoedat Huibert van Hamel, Scholtis van de Heerlijkheijt, in desen specialijk van mij Drossart geautoriseert, na renuntiatie van vorige pijndinge van den 23 Oct. 1752 presentatie van een dubbelde stuiver tot refuis van costen, en bij verwijgering van acceptatie consignatie, daerensoo 't behoort, uit cragt van arrest of bezaath en geene gedane ontzaath, ter instantie van Jan Evers Vierevant op 18 ? 1960 ten overstaen van B. ter Burgh en H. Proper Nootschepenen, heeft gepijnt op sodanige hope en regt van successie en versterffregt als U L.J. Ritbroek na dode van Geertje Jurriens Ritbroek op hare halve nalatenschap is competerende, voor soo verre d' ongerede allodiale goederen, in dese Heerlijkheijt gelegen, aenbetreft en waerover Geertje Jurriens Ritbroek, als innocent sijnde, immers al nu geen testamentifactio heeft, mitsgaders uit cragt van becomene consent van de Lheen-Vrouwe van den Huise Putten, mede op 't aendeel van alle de feudale goederen in den boedel van Geertje J. Ritbroek sijnde, speciaal op seker goed het Ritbroek gent. Teneinde na dode van Geertje Ritbroek, in val deselve niet weder tot hare sinnen mogte comen en anders disponeren, betalinge te hebben van 921 gl. wegens geleverde lompen in 1743, 1744 en 1745, tot becominge van 't welke den Arrestant tegens Gearresteerde heeft geprocedeert en sijn goederen in verwin genomen had, dog ter oorsake van andere anterieure Verwinnen daervan niets heeft connen becomen, mitsgaders nog 200 gl., sijnde d'aengewende costen getaxeert door het Landgerigte van Veluwen in de Bancke van Beekbergen,verbindende den Arrestant voor soo veel nodig, sijn persoon en goederen, sijnde in dese Heerlijkheijt genoegsaem gegoedet." |
