Detail Rechterlijk archief akte

Detail Rechterlijk archief akte

Soort bron:Rechterlijk Archief
Inventarisnummer: 31
Folionummer: 41
Aktedatum:16/11/1758
Inhoud: De Drost zendt een verwinsbrief. Hij doet cond aen allen luiden en betuigt openbaerlijk: "hoedat Dr. Huibert van Hamel Scholtis der Heerlijkheijt, als hiertoe van mij speciaal geautoriseert ten overstaen van Nootschepenen op dato als bij d'acte van peindinge te sien, ten versoeke van Lambert Woudenberg Onderscholtis tot Beekbergen in qualiteijt als Volmagtiger van Abraham Pannekoek pro se et noie uxoris [voor zich en zijn vrouw] gepeindt heeft aen d'ongerede goederen van Hendrik Cornelissen Nijdeken en Berendina Egbers IJkmans Egtelieden, als een papiermolen in 't Slop, een acker groot 1½ schepel aen den Scheelenbrinck, een acker groot 1½ [schepel] bij de Driehuiser-camp, 2½ mergen hooijlandt genaemt de Maten, ¼ en 1/8 part in Hennemansmolen in 't Veen, de ½ van 7/8 parten en 1/8 part in den halven Order Thient, ½ Erffje t'Orden, 3 schepel in den Wormsen-Enck, nogh 3 schepel aldaer, 1 mergen hooijlandt aen de Deventer-treck-weg, 3/4 mergen hooijlandt de Somp, ½ vierel op Order-merkt en ¼ part van een vierel in 't HoogSoerder-bosch. Van welke bovengenoemde percelen den voorn. Volmagtiger voor desselfs Principaels deugdig agterwesen, hierna volgende te vernemen, niet meer goederen off perselen in Verwin genegen was te nemen als drie schepel gesaeij in den Wormsen Enck, nog drie schepel gesaeij aldaer, eene mergen hooijlandt aen de Deventer-trekwegh en 3/4 mergen hooijlandt de Somp. Teneinde daer aen te verhalen affectatie, preferentie, securiteit en betalinge 't erlangen 1. eener somma van 90 gl. sijnde 3 jaren renthe van een capitaal van 600 gl, verschenen den 16 Meert 1755, 1756 en 1757, 2. alsmede de renthe tot 16 Meert 1758 en 3. op 16-03-1758 restitutie van 't capitaal selfs, alles ingevolge eigenhandige ondertekende obligatie van den 16 Meert 1750." Op 09-09-1757 is de schriftelijke besegelde wethe van d'acte van peindinge aen Hendrik van den Bergh overhandigd. er werd geen pandheringe gedaan, op 22-11-1757 werd door de Onderscholtis Bernardus Bosgoedt de wethe van de eerste ruiminge aan hem overhandigd, op 10-01-1758 idem van de tweede ruiminge en 04-03-1758 idem van de derde ruiminge aan voorn. Hendrik Cornelissen Nijdeken off Hendrik van den Bergh.



Personen in deze akte:
Huibert van Hamel

Lambert Woudenbergh

Abraham Pannekoek

Hendrik Cornelissen Nijdeken

Berendijna Egbers IJkmans

Hendrik van den Bergh

Bernardus Bosgoedt