| Inhoud:
| Gesien en opgenomen de respective stucken door den Scholtis deser Heerlijkheijt geëxhibeert[,] rakende desselfs verrigtingen, op ordre van den Heere Drossart in en omtrent den desolaten boedel van wijlen Carel Wapencamp, mede geëxamineert d' ingecomene rekeningen en gedane aengiften der Crediteuren. Vonnis: Er zijn geen ongerede goederen. De opbrengst van de verkoop van de gerede goederen bedraagt 36 - 2 - 4. Hieruit wordt betaald: 1. aan de Scholtis 6 - 10 - 0 wegens gerigtelijke jura, 2. 12 stuivers voor de acte [vanwege de lage opbrengst van de boedel worden door Scholtis en Gerigtsleden geen verdere kosten in rekening gebracht], 3. de pretensie van Hermen van Coutijs waer voor dese voor dato van de desolatie bij peindinge heeft geprocedeert, ad 12 - 12 - 8. Er is nog over 16 - 14 - 8, die worden voldaen aen de navolgende Crediteuren in minderinge van hun aengegevene prestensien, als: a. aen Jan Leusinck 0 - 2 - 13 in minderinge van sijne pretensie van 20 gl., b. aen J.S. Dickouw 1 - 12 - 5 in minderinge van sijne pretensie ad 12 - 4 - 0, c. aen Hendrik Wiggers 14 penningen in minderinge van sijne pretensie ad 6 - 15 - 0, d. aen desselven 0 - 2 - 12 in minderinge van sijn pretensie van 1 - 1 - 10, e. aen Hendrik Jacobs 5 - 2 - 6 in minderinge van sijn pretensie van 38 - 12 - 0, f. aen Hendrik Brinck 0 - 10 - 11 in minderinge van sijn pretensie van 4 - 1 - 0, g. aen Gaert Hendrix 0 - 18 - 9 in minderinge van sijn pretensie van 7 gl, h. aen Marten Derx 1 - 3 - 1 in minderinge van sijn pretensie van 8 - 14 - 0, i. aen de weduwe Havercamp 1 - 17 - 2 in minderinge van haer pretensie van 14 gl, j. aen Jan Telgen 1 - 11 - 13 in minderinge van sijn pretensie van 12 gl. Alle andere te kort komende Crediteuren worden hiermede gerenvoijeert. |
