| Inhoud:
| Barber Berends daagt Reijnder Steenman op den Kluijtenberg om te hooren verklaaren, dat Verweerder de Aanleggerse tot den bijslaap hebbende weeten te seduceeren met dat gevolg dat sij door hem beswangerd is, en op den 27e Maart deesses jaars van een kind verlost, hetwelk op den 3 Maij daaraan volgende is overleden, hij oversulx verpligt is Aanl. geschonden eer te repareeren, de onkosten der kraam te refundeeren, mitsgaders dat geene, sij tot alimentatie van dat kind van desselfs geboorte af tot het overlijden toe heeft moeten inpendeeren, te erleegen, eijschende de Aanl. voor defloratie een somma van 100 guldens, voor kraamkosten 30 guldens, en voor alimentatie van het kind 's weekelijks 12 stuijvers van desselfs geboorte tot de dood toe. Vonnis: Het Gericht bevoorens in deesen te decideeren[,] ordonneert parthijen om tegens morgenochtend om negen uuren in judicio te erschijnen ten fine van confrontatie. "Den 15 Julii 1785 heeft de Aanleggerse van den eijsch in deesen gedaan[,] afgezien." |
