Inhoud:
| De Drossard daagt Gerrit Teunis van 't Erve omdat hij op den 1 Octob. 1783 zonder snaphaan mede gegaan is en de weg geweesen heeft aan verscheijde Jaagers die in het Apeldoornsche Broekland op de jagt gegaan hebben. Eis: Een boete voor 20 daalders. Vonnis: Het Gericht absolveert den Beclaagde van de gevorderde boete. Volgens Inv. nr. 22, fol. 81 heeft Beclaagde het gezelschap van Deventerschen[,] in deze Heerlijkheid op jagt gegaan[,] de weg en gelegentheid gewezen. Het jagen is strafbaar, verscheide der Beclaagdens hebben deswegens hunne boetens afgemaekt, zo is ook des Beclaagdens daed boetpligtig. Maar: het gezelschap had hem te kennen gegeeven, dat zij tot de jagt beregtigt waren. Beclaagde was zonder snaphaan en heeft dus het Jagtplacaat niet overtreden. Vonnis: Het Gericht verstaat dat er gedaan is een goede aanspraak en daar tegens een quade tegenwheer. |