Inhoud:
| De Drossard daagt Jochem Brouwer omdat [hij] van vrijdagavond den 3 tot Saturdag avond den 4 Octob. drie vreemde Jooden gelogeerd heeft die waarschijnlijk de huijsbroek [inbraak] en diefstal tussen den 30 en 31 Octob. daaraanvolgende bij de Groot mede gepleegt hebben. Eis: Het vonnis is in staat gehouden tot den naasten. Volgens Inv. nr. 22, fol. 75 heeft Jochem Brouwer, toen de gemelde personen die avond bij hem thuis kwamen, niet geweeten dat het jooden waaren, maar hij is sulx eerst des anderen daags 's morgens ontwaar geworden, soo dat hij sig in deesen aan geen contraventie van het Placaat op de Jooden schuldig gemaakt heeft. |