Inhoud:
| De Drossard daagt Teunis Berends voor sig en namens sijn vrouw Gerritje Willems omdat de eerste Beclaagde op den 25 Maart 1780 met Lambert Gerritsen met vuijsten gevogten, en desselfs vrouw die grof swanger was met een vuijst op de borst agter over gestooten, en twe[e]de Beclaagde de selve vrouw van Lambert Gerritsen met een stok geslagen en eerste Beclaagde de andere gedreijgt heeft te vermoorden. Eis: Eerste Beclaagde een boete voor 1 [voor de eerste aanklacht] 2 [Heeren Ponden] en 2 Heeren Ponden en twe[e]de Beclaagde voor 2 Heeren Ponden. Vonnis: Het Gerigt condemneert de Beclaagde wegens het stooten van de vrouw van Lambert Geritsen in een boete van twee Heeren Ponden en wijders den Beclaagde nom.ux. [de echtgenote] wegens het slaan met een stok van de vrouw van Lambert Gerritsen, mede in een boete van twe[e] Heeren Ponden, absolverende vorders Beclaagde bij gebrek van bewijs van de overige gevorderde boete. |