| Inhoud:
| Carel Verdonk momber over 't minderjarige kindt van Bernart Verdonck daagt Hendrik Haring Custos [koster] tot Apeldoorn mede voogt over het geseijde kindt om te horen verclaren, dat [hij] gehouden en verpligt is te doen behoorlijke rekening van sodane ontfangst en uitgave als hij in sijn voors. qualiteijt gehad en gedaen heeft en voor soo verre bevonden sal worden meerder penn.[ingen] ontfangen dan uitgegeven te sijn, dat hij verpligt sal wesen de lastige schulden voor soo verre die penn. strecken cunnen prompt te voldoen en daervan bij quitantie te doen blijken, voorts dat [hij] gehouden sal sijn voor soodane penn. als in 't vervolgh van tijt soude mogen ontfangen te stellen behoorlijke en genoegsame cautie tot genoegen van den Heere Drossart en de Heeren van den Gerigte deser Heerlijkheijt als Oppermomberen aller minderjarige. Eis: Aengeeijst et non comparuit [niet verschenen]. |
