| Inhoud:
| Apeldoorn, Julij 1765. De Drossart heeft den Heere Prince van Orange en Nassau, die verblijft op het Loo, voorgesteld de opening van het Gericht bij te wonen. Er wordt een afschuttinge gemaakt aan de Zuidkant van de kerk aan de pastorie-zijde. Op de grond komen planken belegd met een tapijt of vloer-kleedt. In het midden van de afschuttinge komt de tafel waaraan het Gericht gewoon is in de Kerk te sitten, overdekt met het groene laken en daerop drie inktkokers met een boek papier. Aan het boveneinde van de tafel komt een armstoel met een groen kussen voor sijne Hoogheijt, beneffens een voeten-bankje met een kussen belegt. Aan de rechterhand van de Prins komt een dito stoel voor de Hertogh van Brunswijk Wolfenbuttel, indien deze mee zou komen. Links van de tafel een ordinaire stoel zonder kussen voor de Drossart, dan drie stoelen voor de Schepenen en Secretaris, alle zonder kussens. Voorts nog enige stoelen met kussens voor de Advocaten, etc. De Prins, de Hertogh en de Camer-heer Wulkenitz komen om 11 uur aan in een koets met zes paarden, voorafgegaan door twee lopers en een detachement Guardes. Daarna arriveerden nog twee koetsen van de Prins met de Geheijme Raedt Winter, Edelman Heeckeren tot den Brantsenburgh, Professor Gaubius, dominus Roijer en verder gevolg van Sijn Hoogheijt. Het Gericht wordt geopend en de Fiscaal Mr. J. Schrassert spreekt de Hoogheden toe. Om 12 uur vertrekt het gezelschap, na eerst nog de Kerk van Apeldoorn bezichtigd te hebben. De volgende dag hebben Drossart, Schout, Schepenen, Secretaris en Advocaten zich om 11 uur naar het Loo begeven om Haere Doorlugtige Hoogheden nogmaals seer te bedanken voor de bijzondere gunst van zijn bezoek. |
