| Inhoud:
| Tenlastelegging: G.D. Suermondt Scholtis des Ampts Ede in qualiteijte als volmagtiger van desselfs absenten broeder Willem Suermondt daagt Jan Lindeman om betalinge te hebben van twee gulden veerthien stuiver wegens op den 1 Julij 1755 door Aenleggers principaal aen den Verweerder geleverde holt-warken volgens overgeleverde rekeninge Salv. cal. & ded. sol. Vonnis: Het Gerigt verstaet datter gedaen is een goede aenspraek en daer tegens een quaede tegenweer, tensij den Verweerder sittende Gerigte met eedt verclaere, de gelibelleerde holt-warken niet bestelt gehad, ontfangen off ten sijnen voordeele genoten te hebben, datter als dan gedaen is een quaede aenspraak en daer tegens een goede tegenweer. |
