| Inhoud:
| Tenlastelegging: Hendrik van Amersfoort als mede-erffgenaem van sijn broeder Gerrit van Amersfoort en voor so veel hem is concernerende[,] daagt Cornelis Gerrits Muller om te horen verclaren, dat het hem Gedaegde niet heeft vrijgestaen in de maent Julij 1754 het gras van het hooijlandt gent. Oosterhuis-mate sijnde ong. een morgen groot, aff te maeijen, na sigh te nemen en den Aenlegger alsoo niet alleen in sijn wettige possessie te turberen, maer ook van 't sijne te priveren en dus schade en nadeel toe te brengen, en dat over sulx den Verweerder verpligt is aen den Aenlegger voor sijn portie te vergoeden de schade daer door geleden ter somma van vijff gulden J.M.S. en consequentelijk mede dat geseide gecommitteerde spolie in des Aenleggers rust en vredige possessie cost en schadeloos te repareren en aff te schaffen. Vonnis: Het Gerigt verstaet, datter voor vijff gulden gedaen is een goede aenspraek en daer tegens een quaede tegenweer. |
