| Inhoud:
| INTERROGATORIA van Eijmbert Pelen, oud 51 jaren, hospes in den Arent te Apeldoorn. Afgelopen Augustus, toen het Hof van Zijne Doorluchtigheid op het Loo verbleef, logeerde bij in den Arent een vrouwspersoon van tussen de 30 en 40 jaren oud. Zij kon niet betalen en verkocht hem enig goed, waaronder een paar silvere gespen van haar schoenen, een paar witte manskousen, een blauwe Friessche schorteldoek, een dobbelstene handdoek en een donkerblauwe neusdoek. Voor de gespen gaf hij een daalder, voor de rest 25 stuivers. Ze zou de gespen gekregen hebben van haar oom te Amsterdam. Hij heeft niet gezien of ze naar het Loo is gegaan om haar man, die soldaat was, geld te brengen. Hij bevestigt dat ze later is wegegaan met de slagter van Dieren, Peter de Judde [dit kan een bijnaam zijn] en met 2 grenadiers, genaamd Stephen Willemss en Jannis de Haan van 't Regiment van Ruijsch te Zutphen leggende. Hij herkent de vrouw, die nu gedetineerd is. |
