| Inhoud:
| GETUIGENVERHOOR van Gerrit Zeijnen, oud in de 30 jaren, hospes in den Eenhoorn onder den Ankeler [Apeldoorn]. Omstreeks Pasen 1764 kwamen aan zijn huis Elbert Egberts en Jan Jacobs, zoon van de boer op de Logt. Elbert was dronken en is die nacht gebleven. Hij weet niet wanneer Jan Jacobs is weggegaan. Zondagmiddags heeft Elbert bij hem gegeten. Zeijnen ging uit en toen hij 's avonds terugkwam, was Elbert weg. Hij weet niet of hij toen dronken was en ook niet of Jan Jacobs die dag aan zijn huis was. Hij heeft horen zeggen dat Elbert toen silvere gespels is kwijtgeraakt. Wel hoorde hij van zijn volk dat bij diens vertrek de gespels nog op de schoenen van Elbert hadden gezeten. Jan Jacobs en de smid Hendrik Bos zijn wel aan zijn huis geweest, maar hij weet niet of dat omtrent de Apeldoornse Kermis was. Hij heeft hen ook iet horen spreken over het ruilen van snaphanen. |
