Inhoud:
| VERZOEK van de Schepenen van de Heerlijkheid 't Loo, waarschijnlijk aan de Schout daarvan. Uit de verhoren van Arent Derks en Jan Jacobs blijkt dat Arent bij Jan Buitenhuijs, clompemaker op den Ankeler [Apeldoorn], 2 immen [korven met bijen] heeft gestolen. Hij verborg ze onder de rijzen bij het huis van Albert Karman. Na 2 of 3 dagen zou hij ze teruggebracht hebben. Aaltjen Arents, de dochter van de Tuijter, heeft dat gezien, zo ook ene Janna, die daar vlak bij woont. De schepenen verzoeken de twee vrouwen te verhoren en "hoe eerder zoo beter" aan hen toe te zenden. |