Inhoud:
| BRIEF van de Scholtis van de Heerlijkheid 't Loo, H. van Hamel, aan de Drossaard van die Heerlijkheid. Bij Gerrit Harmss Brinck te Oosterhuijsen [Beekbergen] zijn vier wagenraden met ijzerbeslag gestolen. Twee mannen, "niet van de beste soort", worden verdacht: Lubbert Corneliss Engelsman en Jan Henrick Boschman. Engelsman zou de raden in stukken hebben geslagen en in zijn huis verbrand en 't ijzerbeslag verkocht hebben bij een smid in Hafcamp onder Vaassen of in Epe. Daar zou hij na 23 à 24 December ontmoet hebben Jan van de Vosse en Jan Bill, wonende te Veessen onder Heerde, gaande naar Beekbergen. Boschman zou het ijzerwerk verkocht hebben aan een smid op de Teuge of Deventerweg tussen de Swaan en Twello, waar hij gezien is met een lege zak bij zich. |