| Inhoud:
| SENTENTIE, getekend door J.W.J. Hoen, secretaris, tegen de gedeserteerde soldaten Piere Remont, in zijn 25e jaar, geboren in Dijon in de Bourgongne, deserteur uit het Regiment Guarde Dragonders in dienst van de Kroon van Engeland en van Jean de Vrain, oud 21 jaren, geboren in Parijs, deserteur uit het Regiment van Prins Clermont in dienst van de Kroon van Vrankrijk. Met een derde deserteur die er vandoor is, kwamen zij op 07-02-1759 met 2 sabels en een pistool bij verschillende huizen, eisten eten en drinken en vertrokken zonder te betalen. Bij Bartholt Evers in den Ampte van Voorst stalen zij 2 ganzen, die ze doodsloegen en meenamen. Zij geven de schuld aan hun ontkomen kameraad. Jean de Vrain heeft steeds de 2 ganzen gedragen. Arent Tonissen, hospes in de Sweep, werd gedwongen de ganzen te plukken en te braden, hetgeen hij weigerde. Van de meid werd een schaar gestolen, die gevonden is bij Jean de Vrain. Hij stal ook een fles genever. Met de ganzen en de genever kwamen ze bij Lucas Hendriks. Ze eisten brood, maar kregen er geen boter bij en smeten het brood op de grond. Hendrik Tijssen, daar ook aanwezig, werd bedreigd met sabel en pistool. Daar werd een spiegeltje gestolen, dat gevonden werd bij Piere Remont. Gedetineerden gaven voor dat ze zo dronken waren, dat ze niet wisten wat ze deden, maar ze waren hoogstens wat beschonken. Bij Jan Beerents te Velthuijsen haalde Jean de Vrain een pistool van de wand. De vrouw van Beerents, die dat wilde beletten, werd ermee geslagen. Piere Remont bedreigde daarop Beerent Wolsenhuijs met het pistool, maar het ketste. Ze sloegen en hieuwen met hun sabel naar de mensen die te hulp waren geschoten. Remont sloeg Wolsenhuijs met het pistool. VONNIS: gedetineerden worden gebracht ter plaatse alwaar men gewoon is Criminele Justitie te doen en aldaar anderen ter exempel door de Scherprechter strengelijk met roeden gegeseld. Ze worden voor hun leven lang verbannen uit de Hoge Heerlijkheid. |
