Detail Rechterlijk archief akte

Detail Rechterlijk archief akte

Soort bron:Rechterlijk Archief
Inventarisnummer: 2a
Folionummer: 121
Aktedatum:9/10/1754
Inhoud: BRIEF van H. van Hamel, [Scholtis van de Heerlijkheijt 't Loo] aan de Drossaard van die Heerlijkheijt. Gisteravond kwam een onderscholtis van Dieren, zeggende dat gisternacht ten huize van Bitter in de Croon enige klederen zijn gestolen uit een kamer waar een vreemde kerel [Jan Fredrick Appel] had geslapen. De dienders arresteerden de vogel op de Zutphensse Dijk. De Scholtis liet hem in één van de hokken sluiten en ondervroeg hem in de morgen. Het resultaat daarvan sluit hij bij. Hij zou ook schuldig zijn aan dieverijen uit het huis van Nooij Janss, wonende bij de kerk te Twello, te Oene en in 't dorp van Cootwijk, maar dat heeft de Scholtis nog niet kunnen ontdekken. Als die mensen hem eens konden zien, zou het wel uitkomen, maar zij wonen in het Ampt van de Landdrost. Het huisje, waar hij enige goederen heeft verkocht, staat voorbij het Tolhecken aan de Zutphensse Dijk onder het Ampte van Voorst. Hij heeft gestolen, omdat hij slecht in de plunje zat en hij in Holland meer kansen had als hij betere kleren zou hebben. Zijn vader zou Raad zijn geweest van de Hertog van Wirtenberg. De zoon was naar de wijze der Duitsers gaan reizen en was tot armoede vervallen. Als Bitter om de kleren komt, wil de Scholtis hem die meegeven, omdat de confessie er is. Aangaande Gerrit Cuijper had de Scholtis in zijn laatste missive al gemeld dat hij tot nog toe niets meer tot sijne laste heeft kunnen uitvinden.



Personen in deze akte:
Bitter

Jan Fredrick Appel

Nooij Janss

Gerrit Cuijper

Bitter

Jan Fredrick Appel

Nooij Janss

Gerrit Cuijper