| Inhoud:
| CONCEPT ANTWOORD door de Officier van de Heerlijkheijt ['t Loo] op de brief van folio 98. Nooit is in de Heerlijkheid en zelfs in geen 20 jaar in Apeldoorn een zodanige diefstal gepleegd. Wel zwierf er in 1752 op de Veluwe een scherenslijper rond, een zekere Louis van den Berg, die verdacht werd van een zware huijsbreuk in Groningen. Door de Schout van de Heerlijkheid is hij toen "bij de kop gevat"en ondervraagd. Hiervan wordt een copie bijgevoegd. Er is geschreven naar de Krijgsraad van Groningen, maar de schrijver zag hem kort daarna weer op de Veluwe en hij werd zelfs bedankt voor het goede onthaal hem besorgt in de gevangenisse van Apeldoorn. Uit Groningen is nooit informatie gekomen. Hij was toen middelmatig [van postuur] en bruin. Zijn vrouw zou eerst in Zwolle hebben gewoond en later in Deventer. |
