Inhoud:
| Bastiaan Janssen Smit, in de twintig jaren oud, geboren in Beekbergen en diens vrouw, Jannetie Doorneberg, 41 jaar oud, geboren in Vaassen, laatst wonend te Wi[j]ssel in de camer bij Aart Berends Bonneveld of Oldbier trouwden in de zomer van 1781. Zij worden beschuldigd van bedelarij en diefstal in de nacht van 4 op 5 juni 1782. Het paar, "schoon behoeftig", deed zeer weinig om eerljk aan de kost te komen. De man bedelde nu en dan. Vervolgens maakt het paar zich schuldig aan diefstal van 2 van de 4 daar staande immen [korven met bijen] uit de hof van Rutger Jansen aan de Brink te Apeldoorn. De buit werd verkocht aan Hermannus Mulder, meesterknegt bij de papiermaker Teunis Dijkgraaf te Wi[j]ssel voor 3 guldens en 4 stuivers. Vonnis: Verbanning voor de tijd van 6 jaar uit de Hoge Heerlijkheid. |