- Inleiding
Geschiedenis van het archief | Onno Boekhoudt maakte voor ieder sieraad een groot aantal ontwerpschetsen en studies. Maanden kon hij bezig zijn met het maken van schetsen en studies. Het zoeken was belangrijker dan een mogelijk eindresultaat. Zijn werkwijze was associatief: verschillende motieven konden in een reeks (her)gebruikt worden om zo tot een nieuwe combinatie te komen. Onno Boekhoudt ging terug naar de basis van het sieraad. In plaats van een steen te verwerken in een ring toonde hij de lege zetting, materialen bleven dof en een sieraad mocht gedurende het dragen veranderen. Het studiemateriaal werd door Onno Boekhoudt bewaard, gebruikt en hergebruikt in zijn vier ateliers. Verzameld materiaal, metalen, maar ook eerder gemaakte sieraden waren de basis voor een nieuw sieraad. Thema’s en vormen kwamen gedurende lange tijd in zijn werk terug. Materiaal, vorm en restvorm spelen de grote rol in het oeuvre. Onno Boekhoudt zei hierover: ‘Ik haal daarom weinig weg. Ik ben niet zo’n weghaler. Meer een vervormer. […] een gat is weggedrukte materie’ (Wim Kuipers, Als een engel op een grasmaaier … Onno Boekhoudt: vervormer, uit: Carin Reinders ed., authors: Liesbeth den Besten,Wim Kuipers,Michael Rowe,Ward Schrijver, Onno Boekhoudt, Werk in uitvoering/Work in Progress, CODA Museum Apeldoorn 2010. p. 54). Het archief van Onno Boekhoudt laat deze manier van werken zien. Onno Boekhoudt is jarenlang docent geweest aan drie kunstacademies waaronder de Gerrit Rietveld Academie, de enige academie die het sieraadontwerpen als zelfstandige opleiding aanbiedt. Onno Boekhoudt heeft grote invloed gehad op de studenten en nieuwe generatie sieraadontwerpers. Zijn lezingen waren belangrijk zowel in binnen- als in buitenland. |
| Verwerving | Het archief is in 2003 aangekocht door CODA met subsidie van de Mondriaan Stichting. CODA had al een ruim aantal sieraden van Onno Boekhoudt in de collectie. |
|
|
| Inhoud en Structuur |
| Bereik en inhoud | Het archief omvat sieraden, ontwerpschetsen, ontwerpstudies, beeldmateriaal en archiefstukken van alle tentoonstellingen waaraan Onno Boekhoudt heeft deelgenomen, het lesmateriaal, correspondentie, lezingen, projecten en archivalia. Het archief bestaat uit een veelheid aan verschillende materialen van boetseerklei tot lood. Tevens is zijn werkbank en stoel bewaard gebleven. De grote collectie dia’s die Onno Boekhoudt aangelegd had voor gebruik tijdens lezingen is ook aanwezig in het archief.
De archivalia en documentatie betreffen alle terreinen waarop de ontwerper Onno Boekhoudt zich heeft bewogen, waaronder opdrachten voor gedenktekens en beelden voor de openbare ruimte, seriesieraden en een aantal losse ontwerpen zoals het ontwerp voor de Nederlandse munt. De meeste ontwerpen zijn uitgevoerd, een klein deel niet. Het archiefmateriaal in de dossiers geven samen met de corresponderende ontwerptekeningen en de aangelegde documentatie een vrij compleet beeld van de ontwerpprocessen en de resultaten in verschillende ontwerpstadia. Ook is er enige archiefvorming betreffende gevoerd overleg over opdrachten en uitvoeringen.
Het archief is niet volledig. Een groot aantal dia’s en negatieven werden later in het archief terug opgenomen evenals verschillende mappen met correspondentie en documentatiemateriaal. In 2008 schonk Mirjam Brugman nog een projectdossier in de vorm van ontwerpschetsen, ontwerpstudies, foto’s en correspondentie van de opdracht van de Vereniging voor Penningkunst in 1999. Een deel van de schetsen en studies is onder beheer gebleven bij Mirjam Brugman. De collectie is ook niet volledig. In 2008 bleek dat een aantal sieraden die deel waren van de nalatenschap niet aangeboden waren aan CODA in 2003. Een selectie van de sieraden is in 2008 alsnog aangekocht. Het spreekt voor zich dat CODA niet alle gemaakte sieraden bezit daar door de jaren heen musea en particulieren stukken gekocht hebben van Onno Boekhoudt. De collectie geeft echter wel een goed beeld van het oeuvre en is zeer uitgebreid. |
| Ordening | De weduwe van Onno Boekhoudt, Mirjam Brugman, heeft het archief bewerkt voordat het aan CODA overgedragen werd. Daarvan is geen registratie of beeldmateriaal bijgehouden. De eerste projectgroep die tot 2010 aan het archief werkte heeft globaal een onderverdeling gemaakt in het archief: Dossiers; deze bevatten publicaties over Onno Boekhoudt, foto’s van sieraden, uitgevoerde ontwerpen en ontwerpvoorstellen, enige correspondentie met opdrachtgevers, vele kleine ontwerpschetsen en tekeningen uit verschillende ontwerpstadia, een groot aantal foto’s, brochures, artikelen uit tijdschriften en krantenknipsels. Daarnaast zijn er uitgeschreven lessen aan de Rietveld Academie en aan het Royal College met de erbij behorende foto’s en dia’s. Het meeste materiaal is chronologisch geordend en voorzien van een etiket. De dossiermappen met zijn ontwerpen zijn geordend per opdracht. De materiële staat is over het algemeen redelijk. De mappen met zijn lessen zijn redelijk overzichtelijk doordat het materiaal chronologisch is ingeboekt in mappen. Publicaties; in totaal ca. 4 grote dozen met uit publicaties, affiches en uitnodigingskaarten en één doos geordende persdocumentatie en enkele tijdschriften. Het drukwerk waarin artikelen over de archiefvormer voorkomt, is naast knipsels met bronvermelding, voor een groot deel in zijn geheel bewaard. In een later stadium zijn door Mirjam Brugman nog 6 mappen gebracht en 1 losse map. Vier van deze mappen vallen onder deze categorie. Correspondentie; deze categorie is niet gemaakt door de oorspronkelijke projectgroep. Echter zijn er meerdere mappen aanwezig in het nalatenschap met correspondentie. Drie van de zes mappen die hierboven genoemd worden bevatten correspondentie. Teven zijn er vijf mappen met correspondentie. De drie van de serie van zes mappen zijn in Excel beschreven. De overige vijf mappen zijn niet op stukniveau beschreven. Ontwerptekeningen; mappen met ongeveer 80 ontwerptekeningen in dozen (Collectie Onno Boekhoudt). Ongeveer twee dozen met schetsen, ongeordend en één doos met schetsboeken en aantekenboekjes (Archivalia Onno Boekhoudt) de losse ontwerpen zijn nog niet uitgezocht op relevantie. De definitieve ontwerpen zijn op enkele stukken na gefotografeerd en van datering en beschrijving voorzien en opgeborgen in mappen. In 2008 heeft de weduwe nog een doos geschonken met ontwerpschetsen, ontwerpstudies, foto’s en correspondentie aangaande de opdracht voor de Vereniging van Penningkunst in 1999.
In de afrondende fase zijn ook de volgende categorieën in het proces meegnomen: Dia’s en negatieven; het archief bevat meer dan 5.000 dia’s. Deze dia’s zijn gescand en beschreven in Excel. De dia’s zijn digitaal beschikbaar. Materiaal; CODA museum beheert een collectie met gereedschap, werkbank, stoel en aanverwant materiaal welke Onno Boekhoudt tijdens het werkproces gebruikte. Dit materiaal is beschreven in Adlib, het museale registratiesysteem. Studies en sieraden; de studies en sieraden zijn gefotografeerd en geregistreerd in Adlib. |
|
| Voorwaarden |
| Voorwaarden voor raadpleging | Het archief is opvraagbaar. Voor het bekijken van studies en objecten kan contact opgenomen worden met CODA museum. De weduwe heeft toestemming gegeven om het archief een openbare bestemming te geven. Ook heeft zij toestemming gegeven tot het vrije gebruik van afbeeldingen ten aanzien van eigen publicaties van CODA. |
|
| Verwant materiaal |
| Verwante beschrijvingseenheden | In de volgende instellingen is werk van Onno Boekhoudt in de collectie opgenomen: Gemeentemuseum Arnhem; Fries Museum Leeuwarden; Rijksdienst Beeldende Kunst Den Haag; Centraal Museum Utrecht; Provincie Friesland; Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch; CODA Museum Apeldoorn; Power House Museum Sydney; Schmuckmuseum Pforzheim; Musee des Arts Decoratifs Paris; Stedelijk Museum Amsterdam.
Verwante archieven zijn: Archief Françoise van den Bosch (RKD), Archief Marion Herbst (SMs), Archief BOE-groep (SMs), Archief Galerie Ra (RKD) en Archief Gerrit Rietveld Academie (Gerrit Rietveld Academie, na bewerking naar RKD). Geen van de archieven zijn openbaar. |
|
| Verantwoording |
| De sieraden, ontwerpstudies, de werkbank en stoel zijn voor 2007 al beschreven, gefotografeerd en opgenomen in Adlib. Ongeveer de helft van de ontwerpschetsen en archiefstukken zijn op stukniveau (microniveau) beschreven in Excellijsten door de eerste projectgroep voor 2010. Begin 2010 wisselde de projectgroep van samenstelling. De nieuwe werkgroep voerde de afsluitende fase uit in 2010. In 2010 is de laatste fase van het project uitgevoerd. Het archief is beschreven in een inventaris en de sieraden en studies in Adlib. De ruime collectie dia’s en negatieven is gedigitaliseerd en opgeslagen in jpg. formaat en beschreven in Excel. Een selectie van stukken uit de nalatenschap is op hoge kwaliteit gedigitaliseerd, beschreven en beschikbaar gemaakt via een digitale tentoonstelling (Pivot applicatie aangepast door AB-C Media) op de CODA website. Eveneens verscheen er in 2010 een oeuvre catalogus in opdracht van CODA met teksten en een ruime hoeveelheid afbeeldingen. Deze catalogus verscheen gelijktijdig met de opening van de tentoonstelling ‘Werk in uitvoering’, een tentoonstelling in CODA welke het gehele oeuvre en loopbaan van Onno Boekhoudt belicht en enkele oud-collega’s van Onno Boekhoudt in een korte film aan het woord laat. Het archiefdeel bestaat uit de correspondentie, aantekeningen, ontwerpschetsen en dia’s uit de nalatenschap. Studies en objecten zijn niet opgenomen in deze inventaris maar in het content management system Adlib van CODA Museum. Indien van toepassing is een verwijzing naar een object of studie opgenomen en vermeld onder de beschrijving. Onno Boekhoudt liet in zijn werk een aantal motieven gedurende een lange periode terugkomen. Zijn werkprocessen verliepen door middel van associatie. Onno Boekhoudt kon bijvoorbeeld beginnen met een eerste motief, deze vervolgens combineren met een tweede motief en eindigen met een derde motief. Een werkproces leverende niet noodzakelijk een sieraad op. De indeling van de rubriek ‘Praktijk als zelfstandig vormgever: Ontwerp en uitvoering’ weerspiegelt deze werkwijze in de ordening van de dossiers. Een combinatie van het algemeen archiefschema van CODA en het schema van Vai en NAi aangepast op de structuur van het archief maakt het archiefschema. Bij de beschrijving worden de niveaus van ISAD(G) aangehouden: Fonds; archief; archiefafdeling; rubriek; serie; dossier; archiefstuk. Voor de termen is de Nederlandstalige versie van de Art & Architecture Thesaurus geraadpleegd. De titels en opmerkingen welke Onno Boekhoudt als aantekening op de documenten geplaatst heeft zijn cursief. Voor de omschrijving van de vormen zijn veelal de termen gebruikt waarmee Onno Boekhoudt de ontwerpen benoemde. |
|
|