- Inleiding
Geschiedenis van het archief | Bij koninklijk besluit van 7 november 1916, no. 13263, werd te Apeldoorn een Armenraad ingesteld. Deze raad was werkzaam over het gehele territorium van de gemeente. Het bureau was gevestigd in het gebouw Loolaan 18. De instelling van een armenraad was niet wettelijk verplicht. Hiertoe werd alleen overgegaan als er behoefte bestond aan een orgaan dat zorgde voor de samenwerking en coördinatie tussen verschillende particuliere, kerkelijke en overheidsinstellingen, welke zich bezig hielden op het terrein der armenzorg. De taak van de armenraad werd nader omschreven in de artt. 56 en 57 der Armenwet 1912 Staatsblad nummer 165.
De armenraad bestond uit 2 colleges, namelijk de armenraad zelf en het dagelijks bestuur. De armenraad vergaderde aanvankelijk drie keer per jaar, later één keer. Het bestuur gemiddeld zeven à acht keer per jaar, later drie à vier keer. In 1935 werd door het gemeentebestuur van Apeldoorn overwogen de armenraad op te heffen in verband met bezuinigingsmaatregelen. Dit voorstel vond geen doorgang. In 1938 werd het bureau van de Armenraad overgeplaatst naar het pand Stationsstraat 64. Eind 1947 werd de titel van armenraad gewijzigd in sociale raad welke aanduiding meer in overeenstemming was met de in de loop der jaren uitgebreide doch vooral veranderde taak van de armenraad.
De Sociale Raad Apeldoorn is per 1 januari 1965 opgeheven. Bij raadsbesluit van 19 november 1964 werd overgegaan tot de oprichting van een orgaan voor maatschappelijk overleg, met als doel overleg en samenwerking tot stand te brengen tussen de overheid en organen van het particulier initiatief op maatschappelijk gebied en tussen deze organen onderling, gericht op het maatschappelijk welzijn van de bevolking van de gemeente Apeldoorn, geheten Stichting Maatschappelijke Opbouw Apeldoorn.
De memorie van toelichting op de Algemene Bijstandswet van 13 juni 1963, staatsblad 284, geeft de volgende reden voor de opheffing van de armenraden/sociale raden. “Ofschoon het loslaten van het zogenaamde subsidiariteitprincipe in de zin der Armenwet geenszins inhoudt dat naar het inzicht van ondergetekenden voor kerkelijke en particuliere instellingen van weldadigheid geen taak meer aanwezig zou zijn ten aanzien van de verlenging van bijstand, leidt de aanvaarding van de financiële bijstandsverlening als rechtsplicht van de overheid er wel toe dat er in het stelsel van dit wetsontwerp geen behoefte bestaat aan het regelen der samenwerking tussen de bedoelde organen met het oog op de bijstandsverlening. In dit wetsontwerp keren de armenraden dan ook niet terug. Van de negentien armenraden, ook wel sociale raden genoemd, is in de laatste jaren een aantal zich gaan richten op taken welke materieel niet hun basis vinden in de Armenwet 1912. De vormgeving van nieuwe organen is een gemeentelijke aangelegenheid”. |
|
|
| Inhoud en Structuur |
| Bereik en inhoud | Begin 1966 werd de archivaris in kennis gesteld van het voornemen om het archief van de sociale raad te vernietigen. Op zijn verzoek werd toen besloten een onderzoek in te stellen naar de aanwezige stukken. Spoedig bleek dat slechts twee notulenboeken aanwezig waren, welke dateren vanaf begin der armenraad, alsmede één register van ingekomen stukken. De financiële administratie neemt pas een aanvang in 1936. De correspondentie die de secretaris van de Sociale Raad Apeldoorn gevoerd heeft met de Vereniging van Secretarissen van Sociale Raden is tevens hierbij opgenomen, omdat vernietiging ervan niet wenselijk is, gezien de nogal belangrijke rapporten welke hierin voorkomen. |
| Selectie | Besloten werd om 17.000 dossiers met gegevens over diverse personen te vernietigen op grond van de lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken. Deze dossiers bevatten geen stukken van enige historische waarde en vormden geen afgerond geheel, daar de beslissing op een gedaan verzoek nimmer aanwezig is of bekend is. De werkzaamheden van de armenraad/sociale raad werden uitvoerig vermeld in de jaarverslagen, waarvan een volledige verzameling aanwezig is in het gemeentearchief. |
|
| Voorwaarden |
| Voorwaarden voor raadpleging | Deels niet openbaar |
|
| Verantwoording |
| Een aantal dossiers betreffende diverse Apeldoornse instellingen van Weldadigheid zijn voorlopig overgegaan naar de Stichting Maatschappelijke Opbouw Apeldoorn als oriëntatie- en documentatiemateriaal, doch zullen t.z.t. nar het gemeentearchief worden overgebracht en opgenomen in deze inventaris. Het reeds aanwezige archief is voorlopig geïnventariseerd. Hierin bevinden zich ook agenda’s van ingekomen en verzonden grieven die, hoewel vele stukken zijn vernietigd, toch bewaard moeten blijven om als toegang te dienen tot de t.z.t. nog op te nemen dossiers van de Apeldoornse instellingen van weldadigheid. De correspondentie die de secretaris van de Sociale Raad Apeldoorn gevoerd heeft met de Vereniging van Secretarissen van Sociale Raden is tevens hierbij opgenomen, omdat vernietiging ervan niet wenselijk is, gezien de nogal belangrijke rapporten welke hierin voorkomen.
Literatuur:
De Armenwet door Lietaert Peerbolte en bewerkt door J.J. van Wermeskerken. 1939.
Vijftig jaar sociale raden. 1913-1963.
Rechten en Plichten van Instellingen van Weldadigheid.
Apeldoorns Sociaal Mededelingenblad, 1951-1964.
Jaarverslagen Armenraad Apeldoorn, 1917-1944.
Jaarverslagen Sociale Raad Apeldoorn, 1945-1962.
Algemene Bijstandswet 1963. Staatsblad 284. |
|
|