- Inleiding
Geschiedenis van het archief | Landelijk
De scholen die zich met het voorbereidend beroepsonderwijs bezig hielden heetten ook wel nijverheidsscholen, ambachtsscholen of technische scholen. Het vakonderwijs oftewel nijverheidsonderwijs begint in Nederland met het in werking treden van de wet op het middelbaar onderwijs (MO) van 1863. De burgerscholen voor vakonderwijs bestemd voor ambachtslieden en agrariërs vielen onder het middelbaar onderwijs. In de wet werd o.a. voorgeschreven dat gemeenten met een bevolking van 10.000 inwoners of meer, moesten voorzien in de ontwikkeling van den ambachtsman en de kleine middenstand door de oprichting van burger dag- of avondschool. De burgerdagscholen hebben nooit aan de verwachtingen beantwoord en de burgeravondscholen hebben vele jaren een kwijnend bestaan geleid doordat het leerplan van deze scholen niet voldeed aan de eerste behoeften voor de ontwikkeling van de toekomstige ambachtsman. Toen aan het hoofd van deze inrichtingen mannen werden geplaatst die volkomen bekend waren met de eisen die aan een goede vakopleiding gesteld kunnen worden, werd de toestand veel beter. De eerste burgeravondschool die naar een nieuw leerplan was gereorganiseerd was de burgeravondschool te Alkmaar in 1861. Met steun van gemeente en provincie werden door particulier initiatief in het hele land ambachtsscholen gesticht. In 1891 kwam voor het eerst op de staatsbegroting ene post voor, waaruit vijf ambachtsscholen worden gesteund. In 1919 komt de wet op het nijverheidsonderwijs onder minister van O.K.W. J. Th. De Visser, die op 1 januari 1921 in werking treedt. Het leerlingenstelsel, dat reeds bestond, wordt geformaliseerd.
Apeldoorn
In Apeldoorn begon het zo: na een zachte wenk van regeringswege in 1899 om ook in Apeldoorn eens iets te gaan doen aan het ambachtsonderwijs, namen de bestuurders van de toenmalige vereniging “Het Volkshuis”, later omgedoopt tot vereniging tot bevordering van ambachtsonderwijs, het initiatief om tot oprichting van een vakschool voor toekomstige ambachtslieden over te gaan. Bij raadsbesluit van 18 mei 1900 wordt een jaarlijkse subsidie toegekend voor de oprichting van een vakschool en een eenmalige bijdrage, plus een bijdrage van provincie en rijk. Het gebouw van de vereniging “het Volkshuis” aan de stationsstraat wordt gebruikt als school. Het bestuur van de school wordt gedelegeerd aan een speciale commissie. De gemeente wordt in de commissie zwaar vertegenwoordigd: Voorzitter is burgemeester H.P.J. Tutein Nolthenius. Secretaris/penningmeester is gemeentesecretaris Jhr. G.W. Mollerus en verder zit raadslid R. kerkhoven nog in het bestuur. De vereniging “het Volkshuis” heeft twee leden benoemd: Chr. Wegerif en J. v.d. Braak. De eerste directeur was Chr. Geldof, voorheen directeur van de ambachtsschool in Middelburg. Enige in het oog springende leraren van het eerste uur waren: - P. Puype, geeft sinds 1 oktober 1901 onderwijs in hand- en vormtekenen - H.C.J. te Loo, geeft sinds 1 oktober 1902 onderwijs in schilderen, handtekenen en materiaalkennis. Schrijver van het boek “Oud Apeldoorn in woord en beeld” van het jaar 1932. - J. kruidenier, kunstschilder, geeft onderwijs in handtekenen. - J.A. Heuvelink, architect, leraar timmeren. - G.W. van den Beld, architect, leraar timmeren - A. van Driesum , architect. Les wordt gegeven aan timmerlieden, meubelmakers, schilders, smeden, machinebankwerkers en elektriciens. De dagschool is een driejarige cursus en de avondschool een vijfjarige. De school is een particuliere neutrale school, dus geen gemeente- of rijksschool. Het tekort moet krachtens de nijverheidsonderwijswet betaald worden voor 70 % door het Rijk en voor 30 % door de gemeente. De begroting wordt ieder jaar goedgekeurd door de minister van Onderwijs. In 1939 wordt een machinistenopleiding toegevoegd. In 1942 werd aan de school de autotechnische school en de school voor scheepvaartmotoren gekoppeld. Op 12 oktober 1959 werd aangevangen met de blindenopleiding in het revalidatiecentrum “De Schansenberg” in Loenen. Deze opleiding werd op 26 november 1959 officieel geopend door minister Marga Klompé. In het jaarverslag van 1960 staat: de vakopleiding aan blinden in de “Schansenberg” in Loenen voorziet in een grote behoefte. Reeds verschillende leerlingen zijn in het bedrijfsleven geplaatst. In 1964 komt de opleiding voor koks en kelners erbij. Men begint met de A-stroom. Per 1 augustus 1975 gaan de parttime opleidingen naar de streekschool in hetzelfde gebouw. Per 1 augustus 1979 wordt de papiertechnische school in Loenen toegevoegd, waaronder ook een huishoudschool (LHNO) ressorteerde. In 1980 wordt gestart met een Internationale Schakelklas (ISK). In 1981wordt de huishoudschool afgesplitst van de Marten Orges (PTS) zodat daar geen LHNO-opleiding meer is. Per 1 augustus 1982 komt er een volledige fusie tot stand tussen de A.T.S. (Algemene technische School) en de papiervakschool in Loenen. Laatstgenoemde school is nu een dependance. In 1985 wordt gestart met kort middelbare beroepsopleidingen (K.M.B.O.): Ten eerste een administratieve opleiding aan de streekschool voor b.b.o. te Apeldoorn. Ten tweede een opleiding motorvoertuigentechniek bij de Autotechnische school. Bovendien wordt gestart met computerlessen. Met ingang van 1 augustus 1989 start de cursus voorbereidend beroepsonderwijs (v.b.o.). Vanaf 1990 zal een belangrijk hoofdstuk de toekomst gaan beheersen, namelijk samenwerking en fusie met andere scholen. Steeds meer leerlingen keren het beroepsonderwijs de rug toe en richtten zich op algemeen vormend onderwijs, zodat het voortbestaan van technische scholen in de knel komt. Er wordt een stichting Samenwerkingsverband voor Beroepsonderwijs en Algemeen Voortgezet Onderwijs in Apeldoorn en Omstreken opgericht; Een samenwerkingsverband tussen scholen voor beroepsonderwijs van openbaar en neutraal bijzonder onderwijs. Hierin participeren de scholengemeenschappen “De Meent” en de “Westenenk”, het Dag- Avondcollege Apeldoorn, de Stichting Algemeen Beroepsonderwijs (MTS en MDGO), de Streekschool voor Vervolg beroepsonderwijs en Vorming en de Algemene Technische School. De politiek wil brede scholen, wat zal leiden tot samenwerkingsverbanden of fusies. Het lager beroepsonderwijs wordt voorbereidend beroepsonderwijs. In 1992 komt er een fusie met scholengemeenschap “de Westenenk” onder de nieuwe naam scholengemeenschap A.T.S./De Westenenk voor Mavo, Vbo en Ivbo. Oorlogsperikelen
De periode 1940 – 1945 was geen gemakkelijke periode. Alle onderwijsinstellingen hadden het toen moeilijk door maatregelen van de bezetter. Sommige leraren werden weggevoerd naar concentratiekampen. Op 10 oktober 1940 werd de heer J. Bonselaar gevankelijk naar Duitsland gebbracht. In 1942 zijn de leraren H. de Roode en B.J. Kimmel aan de beurt. In 1943 treft H.J.J. Sneijers en Ir. P.H. van der Trappen hetzelfde lot. In september 1944 worden de lessen gestaakt in verband met de slag om Arnhem en door gebrek aan brandstoffen. In 1945 wordt B.J. Scholten in Velp door een granaatscherf dodelijk getroffen. Portier-stoker J. Dul is door oorlogshandelingen zodanig gewond dat hij blijvend invalide is. Na de bevrijding wordt het gymnastieklokaal gevorderd door de geallieerden. Ook zijn er tijdens de bezetting machines weggehaald. Ook na de bevrijding was er nog gebrek aan alles. Van 29 jan – 17 maart 1947 werd de school gesloten door kolengebrek. De leerlingen kwamen alleen nog maar op school om huiswerk in ontvangst te nemen. Het was een zeer strenge winter. In 1943 werd het lessenpakket uitgebreid met het leervak Duits. Opmerkelijk
In 1951 is de oudste leerling 76 jaar en zit in de eerste klas timmeren. |
|
|
| Voorwaarden |
| Voorwaarden voor raadpleging | Deels niet openbaar |
|
| Verantwoording |
| Geraadpleegde bronnen:
Gedenkschrift Nijverheidsscholen 1901 – 1926, inventarisnummer 8
Krantenknipsels N.A.C. 75-jarig jubileum in 1976, inventarisnummer 138
Vijftig jaren ambachtsschool 1901 – 1951
Gedenkboek 1901-1976 |
|
|