Geschiedenis van het archief |
Rond 1900 kwam in Nederland meer aandacht en geld beschikbaar voor woninginrichting. Daarbij hoorde ook vloerbedekking. Veel gebruikt werd vloerbedekking van kokosvezel; kokosmatten waren goedkoop en hadden een lange levensduur. Apeldoorn had in de twintigste eeuw de twee grootste Nederlandse producenten van kokosvloerbedekking binnen haar grenzen. Het waren de fabriek van Heijmeijer en de Nederlandse Cocosfabriek, vooral bekend als de Nedcos. Gedurende een groot deel van haar bestaan had de Nedcos 200 tot 300 werknemers. De bedrijfsgebouwen van de Nedcos bevonden zich aan de Pelikaanlaan en de Reigersweg in Apeldoorn zuid. Vlakbij aan de Arnhemseweg was tot in de jaren zestig een tweede bedrijfsvestiging. In 1906 begon de Poolse immigrant A.P. Bukowsky in Apeldoorn met de productie van kokosmatten. Vrij snel vestigde hij zich aan de Pelikaanlaan onder de naam Bukowsky & Co. Hij ging een samenwerking aan met de aannemer C. Paul en met de notaris W. Visscher Gorter. In 1913 werd de samenwerking uitgebreid met de broers G. en M. Leverpoll, textielhandelaren uit Arnhem. De nieuwe bedrijfsvorm werd de Naamloze Vennoot¬schap (N.V.) 'Nederlandsche Cocosfabriek'. Na enkele jaren verliet Bukowsky het bedrijf. In beide Wereldoorlogen kwam de productie in Apeldoorn deels stil te liggen, omdat er geen import van grondstoffen uit de tropen mogelijk was. Er werd doorgewerkt met vervangende materialen, zoals buntwortelvezel, stro en papiergaren. In de Tweede Wereldoorlog werd ook geproduceerd voor de Duitse bezetter, waaronder de Wehrmacht. De vele personeelsleden die geen werk meer hadden, moesten gaan werken in Duitsland. Het bedrijf had tijdens de Tweede Wereldoorlog te lijden van anti-joodse maatregelen omdat een deel van de bedrijfsleiding en aandeelhouders Joods was. Verschillende Joodse personeelsleden waren gedwongen hun werk op te geven. De adjunct-directeur J. Leverpoll werd gedeporteerd en kwam om in Auschwitz. De niet-joodse directeur J.C.L. Paul werd in 1944 gearresteerd en kwam in 1945 om in een Duits concentratiekamp. Zijn zoon H. Paul zou na de oorlog de derde generatie Paul worden in de leiding van het bedrijf. Na 1945 bloeide de Nedcos weer snel op vanwege de geringe productie tijdens de oorlog en vanwege de wederopbouw. Directeur van 1947 tot 1971 was J. Haverkorn van Rijsewijk. In de 21e eeuw zijn fabrieken vaak een onderdeel van grote internationale concerns. De Nedcos was in vergelijking daarmee nog een kleine zelfstandige fabriek. In 1972 werd de Nedcos Tapijtfabrieken N.V. omgezet in een besloten vennootschap (B.V.). In de jaren zeventig was er veel concurrentie en schaalvergroting in de tapijtindustrie. Daarnaast was er een algehele malaise in de Nederlandse textielindustrie. In 1980 ging de Nedcos failliet. Het aantal werknemers was al gezakt tot ver onder de honderd. Het bedrijfsterrein werd gekocht door de gemeente Apeldoorn. De fabriek werd gesloopt en woningen kwamen ervoor in de plaats. De grondstof voor de kokosmatten werd gewonnen uit de vezels die om de kokosnoot zitten. De vezelwinning vond plaats in Brits-Indië, het huidige India. De vezels werden door de Indiërs tot draden gesponnen. De draden werden tot balen geperst en deze werden verscheept naar Nederland. In de fabriek in Apeldoorn werd het kokosgaren geverfd en gedroogd. Deels gebeurde het drogen van geverfde garens onder overkappingen in de buitenlucht. Later werden vrijwel alle garens machinaal gedroogd. De geverfde garens werd gesorteerd naar dikte en kwaliteit, ze werden op spoelen gerold en vervolgens tot vloerbedekking geweven. Naast kokosmatten werd in kleinere hoeveelheden sisal vloerbedekking geproduceerd. Sisal werd vervaardigd uit bladeren van een tropische plant. Ook jute werd verwerkt, bijvoorbeeld in de onderkant, de 'rug' van de vloerbedekking. Verder maakte het bedrijf materiaal voor meubelstoffering. Lange tijd vlochten veel Apeldoorners ook thuis kokosmatten voor de Nedcos. Tevens werd handmatig geproduceerd door bewoners van psychiatrische inrichtingen. Het werk in de fabriek was lawaaiig en stoffig. In de jaren vijftig en zestig was er vaak een tekort aan personeel. De bedrijfsleiding zette samen met Heijmeijer het plaatselijke dagblad onder druk om geen personeelsadvertenties te plaatsen van cocosfabrieken buiten Apeldoorn. In 1961 kwam een tiental Italianen naar de fabriek maar deze vertrokken weer snel. De Turken die in 1965 kwamen, bleven wel. In de jaren zestig had de Nedcos korte tijd een kleine fabriek in Den Hulst bij Zwolle. Vanaf de jaren vijftig werden kokosmatten steeds meer verdrongen door synthetische en wollen vloerbedekking. De Nedcos ging deze ook produceren. De nieuwe productie-methoden brachten problemen mee rond afval, stank en geluidsoverlast. De Nedcos lag in een woonwijk en kon op deze plek niet uitbreiden. Ook werd het fabrieksterrein doorsneden door een openbare weg. De meeste werknemers woonden dichtbij de fabriek. Na 1945 tot in de jaren zestig waren er via de personeelsvereniging veel activiteiten voor de medewerkers zoals dammen, voetbal en tafeltennis. Jaarlijks waren er uitstapjes en feestavonden. Rond 1970 waren er optredens van bijvoorbeeld André van Duin, Willy Alberti en de Rita Corita show. Ook diverse bedrijfsjubilea en personeelsjubilea werden gevierd. Verder werden door het personeel gezamenlijk aardappels ingekocht. Gepensioneerden kregen van het bedrijf een gratis hoeveelheid aardappels. De Nedcos nam vaak deel aan beurzen. Deze beurzen waren een belangrijk reclamemiddel richting winkeliers en consumenten. De vormgeving van reclamemateriaal kreeg veel aandacht. Ook de vormgeving van de vloerbedekking was belangrijk: talloze kleurpatronen -zogeheten 'dessins'- werden gebruikt. Naast de verkoop in Nederland was Duitsland een grote afzetmarkt. Verder werd de Nedcos vloerbedekking over de hele wereld geëxporteerd. De kokosfabrikanten in Nederland, waaronder de Nedcos, deden aan kartelvorming door onderlinge productie- en prijsafspraken. Na 1945 heette dit de 'Nederlandse Cocosconventie'. De Cocosconventie zorgde tevens voor gezamenlijke reclamecampagnes. Ook was er via de Cocosconventie samenwerking in internationale brancheorganisaties. Vrijwel het enige dat van ruim zeventig jaar Nedcos is overgebleven, is het bedrijfsarchief. Deze papieren nalatenschap bevindt zich in het gemeentearchief Apeldoorn. Het Nedcos archief vormt een blijvende herinnering aan het werk van honderden Apeldoorners in de twintigste eeuw. |
|
Verwerving |
In 1980 ging de Nedcos Tapijtfabrieken B.V. failliet. Het bedrijfsarchief werd overgedragen aan het gemeentearchief Apeldoorn. Na 1980 werd door het gemeentearchief enige selectie toegepast en de stukken werden in archiefdozen verpakt. In hoofdzaak bleef het Nedcos archief echter ongeschoond en ontoegankelijk. Het archief nam 200 meter plankruimte in beslag. |
|
|
|
Inhoud en Structuur |
|
Bereik en inhoud |
Het archief bevat enige stukken uit de jaren 1908-1913 van de firma Bukowsky & Co., de voorganger van de N.V. Nederlandsche Cocosfabriek. Het betreft vooral boekhouding. In het archief is overigens geen duidelijke scheiding zichtbaar tussen deze opeenvolgende rechtsvormen van het bedrijf. Daarnaast bevat het archief een collectie technische tekeningen en ontwerpen van vloerbedekkingen, de zogeheten dessins. Deze collectie zal nog nader geïnventariseerd worden. |
|
Selectie |
Van oktober 2000 tot april 2002 is een project uitgevoerd om het archief te schonen en te inventariseren. Veel materiaal kon verwijderd worden. Erg veel plaats werd ingenomen door de boekhouding. Het was lastig om hieruit een selectie te maken. Stukken die gegevens bevatten die in andere stukken ook terug te vinden zijn, werden zoveel mogelijk verwijderd. Stukken uit de lopende boekhouding van eind jaren zestig tot 1980, zoals doorslagen van facturen, bankafschriften en kwitanties, konden verwijderd worden. Uit het archief werden onder meer dubbeltallen, offertes, mailings en reclame verwijderd. Van de verwijderde stukken zijn steekproefsgewijs enkele voorbeelden bewaard. Uit de te bewaren stukken werden plastic en metaal zoals paperclips en nietjes verwijderd. |
|
Ordening |
Bij het begin van het inventarisatieproject was het Nedcos archief ongeordend en ontoegankelijk. De oorspronkelijke structuur was nauwelijks te achterhalen. Bij de inventarisatie is een structuur aangebracht die zoveel mogelijk uitgaat van de organisatie van het bedrijf. Gezien de beperkt beschikbare tijd werd een plaatsingslijst gemaakt en geen 'klassieke' inventaris. Desondanks is het streven geweest het Nedcos archief zo goed mogelijk toegankelijk te maken. |
|
|
Voorwaarden |
|
Voorwaarden voor raadpleging |
Een deel van het Nedcos-archief bevat dossiers die persoonlijke gegevens bevatten. Uit overwegingen van privacy zijn deze stukken beperkt openbaar. Degenen die stukken willen inzien die henzelf betreffen, kunnen hiervoor een schriftelijk verzoek indienen via dit formulier. |
|
|
Verwant materiaal |
|
Bestaan en bewaarplaats van originelen |
Enkele publicaties over het bedrijf werden uit het archief gehaald en opgenomen in de bibliotheek van het gemeentearchief. De publicaties staan vermeld in de literatuurlijst. Het gemeentearchief bezit tevens een aantal voorwerpen uit de nalatenschap van de Nedcos. De belangrijkste zijn achterin vermeld. In de collectie van het Historisch Museum Apeldoorn zijn ook enkele objecten van de Nedcos aanwezig. |
|
|
Verantwoording |
|
Het gemeentearchief bedankt de vele mensen die tijdens de voorbereiding van de begeleidende tentoonstelling, foto's en voorwerpen schonken of in bruikleen gaven. Tenslotte bedank ik al mijn collega’s van het gemeentearchief die bij dit inventarisatieproject geholpen hebben, hartelijk voor hun steun en inzet. Zonder hen zou dit project niet verwezenlijkt zijn.
Literatuur
J. Doornbos, Niet uitgegeven geschiedschrijving over de Nedcos. (Groningen 1954) (bevindt zich in het Nedcos-archief, nr. 492).
M. Leverpoll J.C.L. Paul, N.V. Nederlandsche Cocosfabriek 1913-1923 Apeldoorn (Apeldoorn 1923) (In Engelstalige en Nederlands¬talige versie).
N.V. Nederlandsche Cocosfabriek Apeldoorn - Holland 'Published by the Netherlands Economic and Cultural Documentation' (Amsterdam z.j.)
B.W. de Vries, From pedlars to textile barons: the economic development of a Jewish minority group in the Netherlands (Amsterdam 1989).
Verslagen van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Apeldoorn over de jaren 1908-1916.
Diverse artikelen in de (Nieuwe) Apeldoornse Courant |
|