- Inleiding
Geschiedenis van het archief | Na de verloren slag om Arnhem in het najaar van 1944 werden door de geallieerden in de niet bevrijde gebieden, zoals de Veluwe, militaire inlichtingendiensten geformeerd in het kader van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, onder bevel van Prins Bernhard. Hierin speelde District Apeldoorn, onder commando van Overste Dr. B.H. Erne, een grote rol. Dit district strekte zich over een aanmerkelijk groter gebied uit dan de gemeente Apeldoorn.
Bestaande verbindingslijnen van de verzetsorganisaties LO - LKP werden gebruikt voor de afvoer van militaire inlichtingen met als centrum Ugchelen. Een goede voor de geallieerde oorlogsvoering bruikbare berichtgeving vergde een diepgaande studie van het vijandelijk oorlogsapparaat. De hiervoor noodzakelijke kennis werd ons bijgebracht door de inlichtingenofficier DAS van de groep ALBRECHT, een landelijke verzetsgroep, die zich uitsluitend met het militaire inlichtingenwerk bezighield. In Ugchelen was al enige ervaring op dit gebied opgedaan, o.a. ten tijde van dokter G.P. Duuring in het begin van de oorlog voor wat de Duitse marinezender Radio Kootwijk en het vliegveld Deelen betrof. Ook direct na de geallieerde landing in Normandië in juni 1944 toen tezamen met de Apeldoornse verzetsgroep Van Gerrevink - Van Terwisga kwartier werd gemaakt voor een klein aantal geallieerde commandogroepen van zestig man tussen de Rijn en de Zuiderzee. Door de tegenslag in Arnhem werd hiervan geen gebruik gemaakt.
De taakstelling van de Districts Inlichtingendienst was velerlei: het inzamelen en naar het bevrijde zuiden doorzenden van inlichtingen over vijandelijke troepenconcentraties, troepenverplaatsingen, bewapening, personeelsterktes, alles met nauwkeurige weergave van de wapenonderdelen en de regimenten, transport van o.a. brandstoffen voor de V-wapens (trein bij Klarenbeek). Bovendien bestond de taak uit het in kaart brengen van vijandelijke commandoposten (Flak-commando Villa Dijkhof), artillerie-opstellingen en tenslotte uit het maken van een objectieve schatting van het moreel van de tegenstander. Er werden nog meer werkzaamheden in Ugchelen uitgevoerd, deze vallen buiten het raam van dit epistel.
Het agentennetwerk in het district bestond o.a. uit de volgende medewerkers: J.H. Middelbeek te Apeldoorn, J.A. Schol te Hoenderloo/Deelen, Ad Boers en H.W. Jordens in Psterenk/IJssellinie. Koeriersters waren o.a. Ans Veening in Ugchelen en mej. Hugenholz in Apeldoorn die tweemaal per week voor het zeer gevaarlijke berichtenvervoer zorgden, terwijl J.A. Schol uit Hoenderloo eveneens als koerier optrad tussen Ugchelen en Ede.
Daarnaast voerden, naarmate de geallieerde legers dichterbij kwamen, andere netwerken zoals in Brummen, Eerbeek en Velp de Noord-Veluwe en de Achterhoek (V-wapens) hun berichten over onze organisatie af. Het geheel liep over het postadres van mevrouw Kamhuis-van de Hoef. De berichten werden vanuit Ede overgeseind naar het bevrijde zuiden o.a. door de reserve kapitein Sadikirchen, een advocaat uit Brussel, later vervangen door de beroepsofficier Frans Beckers. De berichten werden door o.a. "Major Fraser" aangenomen. Afhankelijk van de mogelijkheden werd van een zender van "Bill" Wildeboer en van de niet bij de vijand bekende PGEM-telefoon gebruik gemaakt. Ingewikkelde terreinschetsen vonden hun weg, zo de tijd dit toeliet, via de Biesbosch naar het zuiden. |
| Verwerving | Dit archief is afkomstig van Jac. v. Houtum in Ugchelen. |
|
|
| Voorwaarden |
| Voorwaarden voor raadpleging | De microfilm is beperkt openbaar |
| Toegangen | Zie ook microfilm nr. 221: verslag van het gewest Veluwe (G6) en District Apeldoorn door de voormalige chef staf van het gewest G.H. Ebens: Verhoren Duitse soldaten, slachtoffers van het verzet, O.D. documentatie-adressen, onderscheidingen etcetera |
|
|