- Inleiding
Geschiedenis van het archief | In 1837 stichtte Heerdenaar Lubbertus van Gerrevink nabij Wapenveld een machinale papierfabriek. Van Gerrevink zag mogelijkheden in het benutten van overstorten langs het Apeldoorns Kanaal. Die overstorten voerden kanaalwater van vóór een sluis naar het lagere waterpeil na de sluis. Zijn aanvraag in 1826 om dat verval te benutten bij de Bonenburgersluis in Heerde werd afgewezen, maar ruim tien jaar later kreeg hij wel toestemming papier te gaan maken bij de overstort voor de Hezenbergersluis. Het verval was daar zo'n drie meter. Van Gerrevink liet de fabriek in 1838 bouwen. Er konden veertig arbeiders aan de slag. Machinale papierfabricage vormde een revolutionaire ontwikkeling, want een papiermachine kon 'papier zonder einde' maken, dat wil zeggen papier op een rol, maken., in tegenstelling tot handgeschept papier zoals dat nog in de papierbedrijven op watermolens op de Veluwe werd gemaakt. De fabriek specialiseerde zich in goedkoop krantenpapier, dat het onder andere leverde aan Het Algemeen handelsblad en de Nieuwe Rotterdamsche Courant (H.W. Lintsen e.a. (red.), Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890, 's- Gravenhage / Zutphen 1993, 211). In 1841 brandde de fabriek ten dele af, maar werd herbouwd. Van Gerrevink trok zich in 1860 uit het bedrijf terug. Twee zoons zetten de onderneming voort, maar in 1884 ging de Berghuizer Papierfabriek failliet. H.G.D. Cramer, lid van een Twentse papiermakersfamilie, werd de nieuwe eigenaar. Hij liet nieuwe machines plaatsen en schakelde over op de lucratievere productie van verpakkingspapier. De waterraderen liet hij in 1886 vervangen door een waterturbine die -net als de stoommachines- dynamo's aandreef voor elektriciteit. Het was een van de eerste turbines in Nederland. Twee generaties Cramer runden tot 1948 de papierfabriek. Ze speleden goed in op de wensen van de markt en passen tijdig vernieuwingen toe, maar ontkwamen niet aan sterk wisselende conjuncturele ontwikkelingen. In de markt fluctueerde de papierprijs van torenhoog tot dramatische laag en omgekeerd. Een domper was de brand die in 1899 de hele fabriek in de as legde. De fabriek werd snel weer opgebouwd en de firmanaam gewijzigd in "N.V. Berghuizer papierfabriek v/h B. Cramer" (H. Voorn, De papiermolens in de provincie Gelderland, alsmede in Overijssel en Limburg (De Geschiedenis der Nederlandse Papierindustrie III), Haarlem 1985, 573-574). De wereldoorlogen kwam de Berghuizer relatief goed door. Naast de beide Cramers vervulden vader en zoon Kraay een rol in de directie van de Berghuizer papierfabriek. Toen Kraay jr. in 1960 overleed, brak voor de papierfabriek een nieuwe tijd aan. Papierconcern Van Gelder en Zonen had al een paar maal geprobeerd de Berghuizer aan zich te binden. In 1962 ging de Berghuizer - waar toen 850 mensen werkten - met concurrent Van Gelder in zee. De Wapenveldse fabriek stapte over op een nieuw product: witpapier voor grafische toepassingen. Dat vroeg herscholing van de medewerkers en miljoeneninvesteringen. De resultaten bleven wisselend, hoe zeer het bedrijf er ook aan werkte zich aan te passen aan de markt. Medio 1981 vroeg Van Gelder faillissement aan en sleurde 'Wapenveld' daarin mee. Voor de tweede keer ging de Berghuizer Papierfabriek failliet. Directie en personeel van de Wapenveldse fabriek bleven niettemin in hun bedrijf geloven. Een herstart werd overwogen om zelfstandig door te gaan. Gemeente- en provinciebestuur steunden de Berghuizer daarin. Werknemers behoorden zelf tot de kopers van aandelen om aan het benodigde bedrijfskapitaal te komen van wat de Stichting tot instandhouding van de Berghuizer Papierfabriek ging heten. Ook omliggende gemeenten en de provincie Gelderland namen deel in het aandelenkapitaal om de Berghuizer overeind te houden. In 1982 was het zelfstandige bedrijf, met meer dan vierhonderd personeelsleden, een feit. Er werden relaties aangeknoopt met het Finse bedrijf Enso Gutzeit. In Wapenveld werd Fins papier gesneden voor de Europese markt. In 1985 haalde de Berghuizer Papierfabriek de connecties met de Finnen steviger aan door middel van een joint-venture. De Finse papiergigant verkreeg in 1989 een meerderheid van de aandelen in de Berghuizer en lijfde het bedrijf in 1994 volledig in. Het Finse concern kreeg door een fusie met een Zweedse bedrijf dan Stora Enso. Stora Enso paste in 2005 een grote reorganisatie toe om haar Wapenveldse fabriek rendabeler te maken. Toen de resultaten daarvan tegenvallen, besloot het Finse moederconcern de Berghuizer in 2007 te sluiten (Bron: De Stentor, 7-10-2006). Het archief van de Berghuizer Papierfabriek bevat hoofdzakelijk materiaal uit het laatste kwart van de negentiende en begin van de twintigste eeuw, de periode dat de fabriek in bezit was van de familie Cramer. Het is onbekend hoe dit in het bezit van de Stichting Papiergeschiedenis is gekomen. Bij het Historisch Centrum Overijssel is eveneens een archief van de familie Cramer aanwezig dat ook materiaal over de Berghuizer papierfabriek bevat. |
| Verwerving | Deze inventaris is een onderdeel van de inventaris van archieven van zes papierfabrieken die zich bevinden in de collectie van de Stichting Papiergeschiedenis in Nederland, welke in 1987 werd ondergebracht bij het Gemeentearchief, sinds 2003 onderdeel van de Stichting CODA te Apeldoorn. Het gaat respectievelijk om de N.V. Cartonfabriek Beukema & Co te Hoogezand, Cramer (voorheen de Berghuizer Papierfabriek) te Wapenveld, Van Delden te Vaassen, Maasmond te Raamsdonkveer, N.V. Koninklijke Papierfabriek voorheen Pannekoek & Compagnie te Heelsum en De Schoone Haas te Waddinxveen. In 2006-2007 zijn de zes archieven zijn in het kader van het programma Metamorfoze opnieuw geïnventariseerd en verfilmd. |
|
|
| Voorwaarden |
| Fysieke kenmerken en technische vereisten | De microfiches met de verfilmde bestanddelen zijn raadpleegbaar in het Kenniscentrum van CODA Apeldoorn. De originelen zijn niet raadpleegbaar. |
|
| Verantwoording |
| In 2005 verwierf CODA subsidie in het kader van het project Metamorfoze, het nationale programma voor conservering van het papieren erfgoed. Het programma heeft tot doel het door versneld autonoom verval bedreigde papieren erfgoed te behouden. Autonoom verval is verval dat doorgaat, ook als aan alle voorwaarden voor zorgvuldige bewaring wordt voldaan. Vormen hiervan zijn: verzuring van het papier, inktvraat en kopervraat. Verzuring komt voor in vrijwel alle papieren documenten van na ca. 1840. Inktvraat en kopervraat kunnen voorkomen in geschreven papieren documenten daterend vanaf de Middeleeuwen waarin bepaalde soorten inkt zijn gebruikt. Metamorfoze is een samenwerkingsverband tussen de Koninklijke Bibliotheek en het Nationaal Archief. Het programma is een initiatief van het Ministerie van OCW. Voor de archieven van deze papierfabrieken is gekozen omdat zij representatief kunnen worden geacht voor de papierfabricage in Nederland in de tweede helft van de negentiende en eerste helft van de twintigste eeuw. Bij de totstandkoming van het deelproject bleek dat een herinventarisatie noodzakelijk was, aangezien het archief niet voldeed aan de eisen van een goede, geordende en toegankelijke staat. Ook was de materiële toestand verre van rooskleurig. Voor de herinventarisatie is zoveel mogelijk het stramien van andere bedrijfsarchieven gevolgd. Een klein deel is vernietigd. Daarbij ging het vooral om dubbelen. Onderdeel van het project was de microverfilming van alle archivalia. Daarbij is de nieuwe volgorde van de stukken gevolgd. |
|
|